Je kent die ochtenden wel, zeker als het vriest buiten. Redelijk duf sta je op uit je lekkere warme bed. Eenmaal buiten baal je, omdat je eerst de autoruiten moet krabben voor je kunt gaan. En meestal ben je ook even vergeten de najaarsjas te verwisselen voor de wintervariant. Herkenbaar of niet, zo verliep in ieder geval mijn ochtend. Met mijn handen in ’n ‘tuk’ (Twents voor zakken) omdat de handschoenen natuurlijk ook vergeten waren kom ik aan op de praktijk. Met een warme kop koffie start ik niet veel later mijn spreekuur.
Mijn eerste patiënte van die ochtend maakt zich grote zorgen. Sinds gisteravond heeft ze paarsblauwe vlekken op haar tenen nadat ze de hond heeft uitgelaten. Het doet veel pijn en het jeukt. De schoen kan ze niet meer aan hebben, dus draagt ze een grote slof. Verontrust vraagt ze wat de pijn veroorzaakt en hoe we dit kunnen oplossen. Immers heeft ze dit nooit eerder gehad, en vindt ze met name de kleur en de pijn verontrustend. Na een uitgebreid consult kon ik haar geruststellen en werd wintertenen de diagnose. De kou was haar letterlijk op de tenen geslagen. Maar wat kun je nu eigenlijk met deze diagnose?
Verondersteld wordt dat bij wintertenen de beschermende vasculaire reactie op kou faalt. Vasoconstrictie wordt niet meer gevolgd door vasodilatatie, met als gevolg hypoxemie. Ter bescherming verwijden de arteriolen daarbij zich mogelijk sneller dan de venen, waardoor stuwing in de cellen ontstaat. Als reactie daarop kan er een secundaire ontstekingsreactie van vaten en subcutaan weefsel ontstaan. Eventueel bijkomende jeuk kan bijdragen aan het ontstaan van erosies of ulcera. Gevolg, een klassiek van beeld van wintertenen. Paars-blauwe of rood-blauwe vlekken, met pijn en of een brandend gevoel, meestal op de strekzijde van de tenen, enkele uren tot een dag na blootstelling aan de kou. Vaak verdwijnen de klachten en vlekken spontaan weer na enkele weken, hoewel herhaaldelijke blootstelling aan kou de symptomen wel kan onderhouden.
De simpelste oplossing om wintertenen te behandelen is dus zorgen dat de temperatuur constant blijft, en dus de voeten warm zijn, waardoor het geschetste proces minder snel in werking kan treden en het weefsel kan herstellen. Hierbij moet wel vermeld worden dat naast warm houden het verstandig is om ook andere factoren te evalueren. Waaronder stoppen met roken en eventueel het onderzoeken van een mogelijk negatief effect van bètablokkers op de klachten. Toch blijft primair het opwarmen en warm houden van de voet, op welke manier dan ook, een goede en eenvoudige eerste stap.
Dus voor deze patiënt was het net als voor mij in de ochtend een kwestie van opwarmen. Dus geldt er maar één doktersrecept: warme sokken en niet knellend en goed ademend schoeisel.
Wilt u meer achtergrond lezen over dit onderwerp, kijk dan eens in de NHG richtlijn Perniones: lees verder
Anke Wijlens, MSc Woundhealing and tissue repair, Diabetes podotherapeut en voorzitter WCS Commissie Diabetische voet
Reageren: klik hier