Voor sommige mensen kan een stoma een uitkomst zijn als er bijvoorbeeld sprake is van een ileus, frequente ontlasting (> 20 maal per dag) of bij incontinentie van feces. In geval van een oncologische aandoening hebben mensen soms geen keus en zullen ze voor een stoma gaan als zij curatief behandeld willen worden.
Het kiezen voor een stoma bij fecale incontinentie is niet een keuze die zo maar gemaakt wordt, daar zijn de nodige stappen aan vooraf gegaan.
Maar wat houdt fecale incontinentie nu in?
Van fecale urge-incontinentie is sprake wanneer de patiënt zoveel aandrang ervaart dat hij het toilet niet op tijd bereikt.
Van fecale passieve incontinentie spreken we wanneer de patiënt ontlasting verliest zonder dat deze dit direct merkt. Niet zelden is er sprake van een gemengd type fecale incontinentie.
De behandelingen bij fecale incontinentie
Fecale incontinentie kan behandeld worden met bekkenfysiotherapie of een medicamenteuze behandeling, bijvoorbeeld met psylliumvezels. Deze psylliumvezels moeten dan ingenomen worden met weinig water, zodat de ontlasting steviger wordt.
Als de vezels te weinig resultaat opleveren kan er ook gekozen worden voor PTNS. PTNS is een vorm van neurostimulatie, waarbij een onderbeenzenuw gestimuleerd wordt met kleine elektrische prikkelingen, waardoor de kringspier krachtiger wordt en de incontinentie van feces vermindert of verdwijnt.
Bij onvoldoende resultaat is de volgende stap om te gaan darmspoelen, waarbij water retrograde wordt ingebracht en de darmen schoon gespoeld worden.
Als voorgaande niet voldoende helpt, dan wordt als laatste optie een eindstandig colostoma overwogen.
Eindstandig colostoma
De overweging om een eindstandig colostoma aan te leggen, komt voor als de zorgvrager totaal geen sociaal leven meer heeft, pas in de middag het huis kan verlaten en vaak totaal wanhopig is.
Je zou dus denken dat een eindstandig colostoma een uitkomst zou moeten bieden door mensen weer hun sociale leven terug te geven en dat ze dolblij zijn met hun stoma, maar helaas zijn de ervaringen niet altijd positief en maken wij zelfs mee dat de stomadrager vraagt of de stoma weer opgeheven kan worden, met als gevolg weer een invaliderend leven met fecale incontinentie.
Dit wekt de nodige vragen op bij zowel de partner, de familie, de chirurg en bij ons, als zorgprofessional.
Want waarom krabbelt iemand terug, als hij zijn leven weer terug heeft en er weer op uit kan gaan? Je zou denken dat iemand echt dolblij is om zo weer in het leven te kunnen staan.
Is het soms het veranderde zelfbeeld? Is het de autonomie bij de stomaverzorging? Of zijn er stomaproblemen? Of is de zorgvrager zijn ellende van de fecale incontinentie inmiddels vergeten?
Het zou goed zijn om het antwoord op deze vragen verder te onderzoeken.
Om dit ethische dilemma voor te zijn, is het in ieder geval nodig dat de zorgvrager met fecale incontinentie beter psychisch voorbereid en begeleid wordt wanneer een eindstandig colostoma aangelegd of overwogen wordt.
Hanita Knetsch, casemanager coloncare, Alrijne Ziekenhuis en lid WCS Commissie Chirurgische wonden en stomazorg
Reageren: klik hier