Hij is er weer. De 50-jarige meneer B., in zijn scootmobiel.
Slechte zelfzorg, veel roken, veel drinken, slechte doorbloeding waarvoor geen behandeling mogelijk. Twee jaar geleden heeft de huisarts hem naar het Wond Expertise Centrum (WEC) verwezen in verband met een diepe wond aan de voet waarbij het bot bloot lag.
De vaatchirurg heeft toen met meneer B. besproken dat amputatie van het onderbeen de enige optie is om van de wond af te komen. Daar wilde meneer B niets van weten. Ook aangepaste schoenen wilde hij niet in verband met de eigen bijdrage. Hij is terugverwezen naar de huisarts.
Nu is hij dus opnieuw verwezen naar onze het WEC?, met enige spoed moest hij gezien worden.
Ik verwacht dat de situatie verslechterd is. Hij zal wel veel pijn hebben, of misschien is hij ziek geworden als gevolg van de wond.
Uit de anamnese en het lichamelijk onderzoek blijkt dat de situatie exact gelijk is aan die van twee jaar geleden. Meneer B. voelt zich goed en heeft geen last van de wond. Hij weet nog dat amputatie de enige behandeling was die de vaatchirurg hem kon bieden. En hij wil het nog steeds niet.
Op de vraag wat hij van ons verwacht antwoordt hij dat hij het niet weet. Als we de wond weer hebben verbonden willen we afscheid van hem nemen.
Terwijl hij een briefje uit zijn binnenzak tevoorschijn haalt vraagt hij wanneer hij dan zijn ‘speciale schoenen’ krijgt? In mijn hoofd zie ik het scenario van weer een paar niet opgehaald dure aangepaste schoenen.
Vriendelijk vraag ik hem waarom hij nu wel aangepaste schoenen wil.
‘Nee, ik wil pantoffels van jullie hebben, ik heb ijskouwe poten!’
Hij overhandigt me het briefje. Het is een verwijsbrief, met de vraagstelling om ‘iets anders dan doeken, om de voeten te bedekken’.
Bezorgd vraag ik me af of hiervoor nou echt geen andere weg was dan een verwijzing naar de vaatchirurg….
Annemiek Mooij, verpleegkundig specialist Slotervaart Ziekenhuis Amsterdam
Reageren: annemiek_m@msn.com