In Nederland werk ik als operatieassistent en wondconsulent in een algemeen ziekenhuis. Als reservist voor defensie ga ik regelmatig op uitzending naar oorlogsgebieden. In Afghanistan heb ik veel wonden gezien die veroorzaakt zijn door bermbommen en explosies, maar ook brandwonden en chronische wonden. Dit zijn grote gecompliceerde wonden die speciale zorg nodig hebben. In een uitzendgebied zijn er militair verpleegkundigen en specialisten die weinig ervaring hebben met complexe wonden. Dit is echter wel noodzakelijk in een ziekenhuis waar veel oorlogsslachtoffers binnen komen. Enkele ervaringen.
Een Afghaans meisje van 5 jaar werd met 30% tweedegraads brandwonden opgenomen in het ziekenhuis waarna iedere dag een verbandwissel werd gedaan op de verpleegafdeling. Vooraf zocht ik de wondmaterialen bij elkaar en ik zorgde dat de kamer lekker warm was. Een verpleegkundige hielp mij met de verbandwissels, zodat het snel klaar was. Aangezien de verpleegkundigen heel weinig ervaring hadden werd mijn expertise erg op prijs gesteld.
Op de operatiekamer worden regelmatig amputaties uitgevoerd. De wondbehandeling daarin bestaat vaak uit het aanleggen van negatieve druk therapie. Het aanleggen van een negatief druksysteem is echter een technisch gecompliceerde handeling en ook behoorlijk arbeidsintensief. In mijn ogen is het in zo’n setting dan ook beslist een meerwaarde als een teamlid geroutineerd is in wondverzorging.
Tijdens een uitzending was er een militair met een enorme brandblaar op zijn bovenbeen. Hierop ontstond discussie over hoe deze wond te verzorgen, terwijl er duidelijke richtlijnen zijn van de Nederlandse Brandwonden Stichting.
Het is noodzakelijk om met elkaar de juiste wondzorg te geven. Ik pleit ervoor dat al het medisch personeel dat naar een uitzendgebied gaat vooraf een aanvullende cursus in wondverzorging gedaan heeft. Hiermee wordt goede wondzorg te allen tijde gewaarborgd.