Een aantal jaren geleden maakten wij, de wondverpleegkundigen van het ziekenhuis, samen met de industrie, de huisarts en de wijkverpleegkundige een film van een patiënte met een oncologisch ulcus. We filmden haar in de thuissituatie.
Het was een vrouw die altijd samen met haar moeder had gewoond. De moeder had haar geleerd dat als ze iets had ze maar gewoon moest doorgaan en niet moest klagen. Nadat haar moeder overleden was, verwaarloosde ze haar borstkanker. Het carcinoom bestond al toen moeder nog leefde, maar daar had ze haar moeder niet van op de hoogte gebracht. Het carcinoom groeide uit tot een enorm ulcus. Mevrouw woonde alleen en had veel sociale contacten. Het was bijzonder om zo bij haar thuis de wondbehandeling te mogen filmen.
Ze kreeg veel bezoek van vriendinnen. Een vervelende bijkomstigheid van het ulcus was de geur die het verspreidde. Maar desondanks bleven de vriendinnen langskomen. Ik bewonderde haar optimisme en haar wilskracht om te blijven leven.
De wondbehandeling duurde uren en werd uitgevoerd naast de gaspitten in de keuken, want verwarming was er niet. Maar iedere dag genoot zij van het bezoek en complimenteerde zij ons voor het vele werk dat verricht werd met het behandelen van de wond. Ook klaagde ze nooit. Ze genoot van de aandacht en de aanwezigheid van de filmploeg. Nadat de film klaar was bleven we voor de wondbehandeling terugkomen. Mevrouw vond het belangrijk dat zij nog van betekenis kon zijn voor de instructie van de zorg van een specifieke wond, zoals zij had.
Mevrouw overleed enkele weken na de opnames, alleen, gedurende de nacht. Het niet mogen klagen werd haar valkuil, al zag zij dit zelf niet zo…
Joke Campo, bestuurslid WCS, voorzitter WCS Commissie Oncologische Wonden, coördinator WCS Academy
Reageren: klik hier