90 jaar was ze, en ik moest een stomaplaats gaan bepalen bij haar. Mevrouw was opgenomen met een ileus en zou geopereerd worden waarbij “gehandeld zou worden naar bevinding”, met mogelijk een stoma dus.
Met wat vooroordelen ging ik naar haar toe; waarom nog zo’n operatie bij een klein, tenger vrouwtje van hoge leeftijd? Maar deze vrouw. was erg fit, hield van dansen, vrijwilligerswerk en fietste een paar keer per week de grote brug over (zonder trapondersteuning!). En na een gesprek met haar begreep ik goed waarom mevrouw, familie en de artsen ervoor wilden gaan.
De stoma vond ze maar niks, want dan zou ze mogelijk afhankelijk worden van hulpverleners.
Helaas pakte de operatie niet goed uit. Een groot, vergroeid proces in de darmen maakte dat er alleen een ontlastend colostoma werd aangelegd. Postoperatief duurde het erg lang voor haar darmen op gang kwamen en ze was echt ziek. Deze vrouw had inmiddels iedereen in haar hart gesloten en de opluchting was groot toen “alles weer werkte”.
Naar haar eigen huis terug was echter een brug te ver, daarvoor had mevrouw teveel ingeleverd. Het was lastig voor haar om te accepteren dat zij naar een revalidatieplek zou gaan. Ze was zo bang haar zelfstandigheid te verliezen. Van de stoma wilde ze niet veel weten. De informatie leek niet binnen te komen, waarschijnlijk door gebrek aan energie. En wij, artsen, stomaverpleegkundigen en verpleging, keken toe hoe zij, als een ziek vogeltje, in een rolstoel de afdeling verliet.
Aanvankelijk waren er lekkages van het materiaal. De verzorging van het tehuis belde me hierover op nadrukkelijk verzoek van mevrouw. Zij hadden het wel even willen aanzien. Na aanpassing van het materiaal waren er geen problemen meer.
Toen mevrouw voor de 2e keer op de poli op controle kwam, ging ze er eens goed voor zitten na mijn vraag hoe het met haar ging. Ja, het ging eigenlijk heel goed met haar, vertelde ze. Maar ze nam mij wel kwalijk dat ik haar niet meer informatie had gegeven over bijbehorende zaken m.b.t. de stoma, zoals wat te doen met dagjes uit, patiëntenvereniging, aanvullende voedingsadviezen (vooral borreltjes e.d.). Ze was namelijk van plan om wat zaken over te nemen van de verzorging, want die hadden het al zo druk.
Deze “aanval” had ik niet verwacht, maar ik vond het wel mooi. Ik mag graag zien dat mensen het heft in eigen hand nemen en zij wilde duidelijk de regie weer terug. Overigens had zij het erg naar de zin op de revalidatie. Ze pakte daar als het ware haar vrijwilligerstaken weer op.
Natuurlijk gaf ik mevrouw nog de informatie waar zij om vroeg en gaf haar tips m.b.t. de zelfzorg van de stoma.
Een paar weken naderhand was mevrouw weer thuis en had zij slechts 2 x per week hulp van de thuiszorg nodig voor de stomaplak te wisselen.
Dit was geen spectaculaire casus, maar wel een waar je even bij stil kunt staan. Onze regering is van mening dat alle ouderen zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen. Maar in de praktijk zie ik juist regelmatig een ander beeld. Vaak durven mensen niet meer alleen thuis te zijn. Ze zijn bang dat er iets gebeurt of voelen zich eenzaam. En toch “moeten” ze na een operatie weer zo snel mogelijk naar huis, waarbij een groot beroep wordt gedaan op de thuiszorg en de familie. Dit zorgt vaak voor veel onrust.
Deze casus laat mooi zien hoe je met een goede opvang na een opname, de rust terug kunt brengen bij patiënt en familie. En dan komt er een goede basis om daarna thuis weer zo zelfstandig mogelijk te zijn. Dat is maatwerk!
Jacqueline Cornelissen, Consulent Stomazorg Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, lid WCS Commissie chirurgische wond & stoma.
Reageren: klik hier