Elke week zie ik nieuwe patiënten met pijn in de benen. De verwijsvraag is meestal: komt de pijn in de benen door atherosclerose?
Vaak leven patiënten gewoon hun leven tussendoor de verwijzing en het eerste polibezoek. Soms bedenkt de patiënt zelf dat hij of zij zoveel mogelijk rust moet houden. Die zelfopgelegde rust kan een tijdje duren, want patiënten die verwezen worden, worden vaak pas na een paar weken in het ziekenhuis gezien. Vervolgens gaan ze zich een beetje vervelen. Uit verveling gaan ze meer roken en wat ongezonder eten. En ook de conditie gaat erop achteruit.
Nu is rust houden goed bij een wond aan de voet, maar niet bij etalagebenen zonder wonden. En ook niet bij veneuze of neurogene claudicatioklachten (twee andere oorzaken van klachten in de benen bij het lopen). Daarbij is het juist andersom: lopen, lopen, lopen! Door zoveel mogelijk te lopen en juist nog even door te gaan wanneer het pijn doet, stimuleer je de slagaders om zelf omleidingen te maken. En daarmee komt er weer bloed op de plek na de vernauwing. Maar vaak doen patiënten dat niet uit zichzelf. Ze hebben comorbiditeit die het moeilijk maakt te lopen (denk aan hartfalen of zere knieën) of kunnen zichzelf niet motiveren als het regent.
Patiënten met etalagebenen krijgen een bloedverdunner, een cholesterolverlager en worden bovenal doorgestuurd naar gesuperviseerde looptherapie waar een gespecialiseerde fysiotherapeut ze onder handen neemt. Ze worden gestimuleerd om door de pijn heen te lopen, maar er wordt ook gesproken over cardiovasculaire risicofactoren, zoals roken en dieet. Met het mooie resultaat dat bij veel patiënten na een paar maanden de pijn minder wordt en de loopafstand weer toeneemt. Bijkomend voordeel is dat de conditie verbetert en dat er soms wat kilo’s verloren gaan. En dat alles zonder bloederige interventies. Is dat niet mooi?
Dus: lopen, lopen, lopen: hou die vaten open!