“U heeft een basaalcelcarcinoom op uw wang.” Onbewogen neemt de verzorgde, maar iets te gebruinde 22-jarige patiënte het nieuws in ontvangst. Het lijkt haar niet veel te doen dat ze huidkanker heeft. De oorzaak van huidkanker, de behandeling en de nazorg worden met haar besproken. Het litteken dat zal ontstaan na de operatie vindt ze niet erg; dat kan ze met haar make-up wel camoufleren. Ze wil vooral weten of ze nog mag zonnen, want sinds de vroege tienerjaren pakt ze ieder zonnestraaltje mee en daar wordt ze heel gelukkig van. Uiterlijk vindt ze heel belangrijk en ze smeert zich daarom in met olie met SPF 6 om bruin te worden. In de winter probeert ze dit wel bij te houden met de zonnebank. Ik beantwoord haar vraag en leg uit waarom ik haar een zonnebrandcrème met SPF 30 adviseer. “Maar word ik dan wel bruin?” Ik vertel dat zij met het gebruik van een hogere factor bruin kan worden, maar dat ik haar adviseer om na te denken over verstandig zongedrag. Ze geeft aan geen vragen meer te hebben en is blij dat het allemaal wel mee valt.
Met het consult nog in mijn achterhoofd roep ik de volgende patiënte binnen. Het is een 73-jarige dame die ik al enkele jaren zie in verband met een uitgebreide voorgeschiedenis met huidmaligniteiten. Ik heb de deur nog niet dicht gedaan of ik hoor haar zuchtend zeggen “Ik denk dat het weer raak is hoor en bij de vorige controle zag mijn huid er nog zo goed uit.” Wanneer ik haar volledige huid inspecteer kom ik inderdaad een drietal nieuwe plekken tegen, twee op de borst en één op het voorhoofd, die verdacht zijn voor basaalcelcarcinoom. De littekens op haar romp, extremiteiten en met name het gelaat zien er allen rustig uit. “Dit wordt operatie nummer 34, maar ja ik was vroeger een zonliefhebster” zegt ze haast beschaamd. Ze vertelt mij net als in eerdere consulten dat ze vroeger aan het strand woonden en hele zomervakanties op het strand aan het spelen waren. Ze is altijd een echte zonaanbidster geweest met een ‘mooie’ bruine kleur tot ze de eerste huidkankerplekken kreeg zo’n dertig jaar geleden. “Die informatie over huidkanker en het verbranden was niet zo bekend en zonnebrandmiddelen hadden wij nog niet.” Geëmotioneerd geeft ze aan dat ze zich schaamt voor de littekens in haar gezicht.
Aan het einde van mijn ochtendspreekuur denk ik terug aan deze twee dames. Ze lijken zo erg op elkaar en toch zijn ze heel verschillend. Het besef, de informatie en het juiste zongedrag kwam voor de 73-jarige dame helaas te laat, maar goede zonbescherming kan verdere verergering van de schade voorkomen. De 22-jarige dame heeft al de nodige schade opgelopen, maar kan verdere verergering voorkomen door tijdig het besef te hebben van de risico’s die zij loopt met haar huidige zongedrag. Opvallend is dat zij ondanks de informatie en uitleg de gevolgen van haar zongedrag (nog) niet lijkt te beseffen. Wat zou het mooi zijn als ik deze twee dames met elkaar had kunnen laten spreken. Zou mijn jonge patiënte even in de huid kunnen kruipen van mijn ervaren patiënte? Naar mijn mening moeten wij meer gebruik maken van dit soort waardevolle verhalen, ervaringen en informatie. Mogelijk ligt hier in de toekomst een rol voor de huidkankerstichting waar wij, als zorgprofessionals, onze patiënten naar kunnen verwijzen. Herkent u zichzelf of naasten in dit verhaal, zie voor meer informatie www.hukas.nl.
Harun Jacobs van den hof, Verpleegkundig specialist dermatologie Bravis ziekenhuis, Bergen op Zoom / Roosendaal en lid WCS Commissie dermatologie/ulcus cruris
Reageren: klik hier