Meneer B – wond, stoma en darmcarcinoom
Je prognose was dan niet gunstig, maar optimisme ontbrak nooit. Die ene dag… je zat in de keukenstoel toen ik binnen kwam, voorovergebogen, je bent benauwd en ziet bleek. Volgens je vrouw heb je zo de hele nacht rechtop gezeten. Ik meet je pols, je saturatie en bel de huisarts. De huisarts is er al snel. Ik ondersteun waar ik kan en uiteindelijk wachten we op de ambulance. Ik weet van je wens om thuis te sterven, maar je vrouw overtuigd je ervan dat dit voor nu beter is zo. Voordat je met brancard de deur uit wordt gereden rijk je mij je hand… ‘bedankt hè’.
Die nacht ben je in je slaap overleden.
Meneer A – wond en longcarcinoom.
We kennen elkaar al 10 jaar, vanuit de polikliniek. De afgelopen 2 jaar kom ik voor de wondzorg bij je thuis. Die ene dag…je lag in bed toen ik binnen kwam, onder je ligt een stapel kussens die je rechtop proberen te houden, je bent benauwd en ziet bleek. Je vrouw is blij dat er hulp in huis is. Je wordt op bed gewassen, je bed wordt verschoond en ik check nog even de wond aan je enkel, wat geen prioriteit meer heeft. Wat ga je ineens snel achteruit. Het is zaterdag en morgen ga ik een week met vakantie. In de slaapkamer praten we nog wat, hoopvol groeten we elkaar met; “tot volgende week” en we rijken elkaar de hand…weer die hand… “bedankt hè”.
De dag van mijn thuiskomst ben je in je slaap overleden.
Lisette Eversteijn, verpleegkundige wondzorg & dermatologie, WCS Commissie dermatologie.
Reageren: klik hier