Mw. Jansen, 57 jaar, is bekend met een plaveiselcelcarcinoom op het rechter bovenbeen met uitbreiding tot in de lies. De tumor is op wondgebied geclassificeerd als een oncologisch ulcus categorie 5. Een curatieve behandeling is niet meer mogelijk. Ik zie mevrouw op de poli vanuit de medische oncologie in een palliatieve setting. De tumor laat een progressie zien binnen drie maanden, waardoor de kans op ingroei in de grote liesvaten vergroot is. Als palliatieve behandeling is bekeken of ze in aanmerking zou kunnen komen voor immunotherapie. Mw. is alleenstaand met kinderen die op afstand wonen. Zij is erg op zichzelf aangewezen.
Bij de eerste ontmoeting zie ik een ulcererend wondgebied van 20 x 15cm. De wond bestaat uit een uitgebreid necrotisch wondpallet. De zichtbare donkere verkleuringen blijken te passen bij plaatselijke haarvaatbloedingen, die frequent plaatsvinden. Deze frequente bloedingen geven de patiënt veel zorgen. Daarbij heerst de angst dat er in de toekomst een blow-out zou kunnen ontstaan ter plaatse van de grote liesvaten.
Het ulcus is tot nu toe driemaal daags verschoond in verband met overmatig exsudaat, een sterke nare geur en het vele bloedverlies. Het wondbehandelplan bestaat tot op heden uit een absorberend verband met een elastisch windsel.
Bij het afnemen van het verband is de afdruk van het elastisch windsel zichtbaar in de omliggende huid. Hieronder is het absorberende verband aan het wondbed verkleefd, ondanks het vele exsudaat en de frequente wisselingen van het verband. Dit heeft er voor gezorgd dat er weer een bloeding is ontstaan. Er waren dan ook nog geen acties ondernomen in het wondplan ten behoeve van het beperken van de frequente bloedingen.
Een tumorbehandeling, die ook de bloedingen zou kunnen reduceren, is geen onderdeel van het huidige behandelplan. Hierop heb ik gekeken naar de mogelijkheden die ik als wondzorgkundige wel kan toepassen om hieraan bij te dragen. Het optimaliseren van het wondbeleid heb ik daarom met name gericht op het gebruik van niet-verklevende verbandmaterialen en wondvochtmanagement. Daarbij vind ik het ook belangrijk voor mevrouw om te proberen de geur te minimaliseren en om comfortabele materialen te gebruiken, zoals een verband die geen druk geeft op de omgeving van de wond.
Om de geur te verminderen is er metronidazolgel aangebracht op een niet verklevend synthetisch verbandgaas, die het hele oppervlak van het ulcus bedekt. Hier overheen is een extra absorberend verband aangebracht, in een groter formaat dan de wond. Dit zorgt ervoor dat de druk op en rondom het wondgebied verspreid wordt, daarnaast heeft het ook een groter absorptievermogen. Het verband fixeer ik bewust niet met pleisters, maar ik kies voor een ruim buisverband die het materiaal op zijn plek houdt zonder een hoge druk uit te oefenen op het been.
Na deze eerste wisseling geeft mevrouw meteen aan dat dit comfortabel aanvoelt. Het wegnemen van de druk zorgt voor vermindering van de pijnsensatie en geeft hierdoor mevrouw de gelegenheid te ontspannen.
De thuiszorg is geïnstrueerd hoe om te gaan met de dagelijkse wondzorg, met als aandachtspunt hoe te handelen bij bloedingen. Daarbij is aangegeven dat zij een bloeding eerst kunnen stelpen met een bloedstelpend verband voordat het voorgeschreven wondbeleid wordt toegepast.
Deze wisseling in het wondbehandelplan heeft positief uitgepakt. Mevrouw voelt zich veiliger en geruster nu er niet dagelijks bloedingen zijn bij de verbandwissel. Dit heeft bij haar een enorme bijdrage gegeven aan de kwaliteit van leven op dat moment.
Yvonne Boerman-Wijers, Wondzorgkundige Centrum Hoofd- Hals Oncologie Radboud universitair medisch centrum, lid WCS commissie oncologische wonden en ulcera
Reageren: klik hier